Eigendomsrechten en de EU

De Europese Gemeenschap (hierna ook: de Europese Economische Gemeenschap) heeft als taak de totstandkoming van een interne markt en de geleidelijke aanpassing van het economisch beleid van de lidstaten. Het begrip gemeenschappelijke markt werd omschreven als een gebied, dat bestaat uit twee of meer lidstaten dat tarieven en andere handelsbelemmeringen afschaffen hun onderlinge handelsverkeer, set-up van een gemeenschappelijk extern tarief met derde landen buiten de EU en de toepassing van het be
Een van de fundamentele beginselen van de Europese Unie wordt het vrij verkeer van goederen tussen de lidstaten. Zo zijn de lidstaten verboden van het opleggen van eventuele beperkingen op de invoer of uitvoer zou het vrije verkeer belemmeren, tenzij EG-wet dit toestaat. De Europese instellingen van de Unie door middel van hun instrumenten en wet verordeningen streven naar een vrije commerciële netwerk dat geen last heeft van douanerechten, kwantitatieve beperkingen, of andere heffingen van gelijke werking op invoer of uitvoer te ontwikkelen.

Hoewel de lidstaten op te leggen dit soort beperkingen om hun eigen belangen te beschermen, het Hof van Justitie, via de besluiten, handelingen om ervoor te zorgen dat de EG-wetten zijn toegepast. Vrij verkeer van goederen in de praktijk betekent dat geen voorschriften of beperkingen plaats op de lidstaten de grenzen van de artikelen 25, 28 & 29 (ex artikelen 12, 30 & 34) verbieden. Concreet, terwijl de Europese Unie de leden proberen beperkingen van de morele of financiële aard op te leggen aan de grenzen, de Hof van Justitie besluiten een "guard" door onderzoek van de rechtsgrond en het doel van de opgelegde heffing.

Dergelijke beperkingen of verbodsbepalingen mogen echter geen middel tot willekeurige discriminatie of een verkapte beperking van de handel tussen de lidstaten. Een lidstaat kan bron heeft gemaakt van artikel 30 (ex artikel 36) van het Verdrag voorzien in de genoemde uitzonderingen op een maatregel van gelijke werking als kwantitatieve beperkingen bij invoer of uitvoer slechts rechtvaardigen indien er geen andere maatregel, minder beperkende uit het oogpunt van het vrij verkeer van goederen, in staat is om hetzelfde doel.

Het Verdrag geeft weliswaar geen enkele uitzonderingen na, heeft het Hof geoordeeld in het verleden, dat voor de kosten voor taken die door EG-wetgeving of de heffingen voor verleende diensten, geen inbreuk maakt op artikel 25 (ex artikel 12). Ten aanzien van de artikelen 28 & 29 (ex artikelen 30 & 36) heeft het Hof verzocht een uitzondering ingevoerd de Regel van de Rede. Zij geeft aan dat de beperkingen kan worden geheven over goederen, zolang het Hof van Justitie laat hen.

Concluderend is de bewijslast, dat een maatregel gerechtvaardigd is gelegen op de zorg van de betrokken lidstaat en het Hof van Justitie besluit. In het geval van industriële en commerciële eigendom geschillen tussen particulieren, de last ligt op de partij die aan de invoer of de verkoop van het betrokken product te verzetten. Sla maatregelen met betrekking tot de bescherming van de openbare orde of de openbare zedelijkheid, de vaststelling van andere maatregelen verbod verkeer brengen van producten en kunnen het vrije verkeer wettig in de handel van goederen in een andere lidstaat in gevaar brengt, verplicht de betrokken lidstaten om informatie uit te wisselen met de Commissie zodat deze laatste in staat worden gesteld om dergelijke maatregelen die de vrije verkeer van goederen beheren en te lossen naar tevredenheid voor bedrijven en consumenten eventuele problemen in verband met de interne markt.

No comments:

Post a Comment